Als het op het dagelijks leven aankomt, dragen mensen meestal geen linialen in hun portemonnee en zak. Soms moet u echter snel iets meten en heeft u geen liniaal bij de hand. Met een beetje vindingrijkheid of een goed geheugen kun je nog steeds dingen meten als een professional, en al je vrienden imponeren met je vindingrijkheid om op te starten!
Stappen
Methode 1 van 2: Vergelijken met alledaagse voorwerpen
Stap 1. Controleer uw portemonnee op valuta die u als miniliniaal kunt gebruiken
Alle Amerikaanse en EU-valuta hebben een standaardformaat. Houd er rekening mee dat niet alle eurobankbiljetten dezelfde afmetingen hebben.
- Alle Amerikaanse biljetten zijn 2,61 inch (6,6 cm), of ongeveer 6 inch (15 cm).
- Een Amerikaans kwartaal is 2,4 cm lang, of ongeveer 2,5 cm (1 inch).
- Een biljet van 5 euro is 120 mm (4,7 inch) lang en een biljet van 50 euro is 140 mm (5,5 inch) lang en ongeveer 3 inch (76 mm) breed.
Stap 2. Trek een creditcard of visitekaartje uit om als ruwe gids te gebruiken
U kunt objecten opmeten door de kaart naast het object te leggen. Vergelijk vervolgens de grootte van de kaart met de grootte van het object.
- Een standaard creditcard is 8,57 cm lang.
- Een standaard visitekaartje is 8,9 cm lang en 5,1 cm breed.
Stap 3. Zoek een vel printerpapier
Standaard Amerikaans en Canadees printerpapier is 8,5 inch (22 cm) bij 11 inch (28 cm). Standaard printerpapier buiten de VS en Canada is 210 mm (8,3 inch) bij 297 mm (11,7 inch).
Stap 4. Print een online liniaal uit
Er zijn veel basissjablonen die online te vinden zijn. Dit is een makkelijke oplossing, maar werkt alleen als je toegang hebt tot een printer.
Stap 5. Gebruik het vel drukpapier als een geïmproviseerd meetinstrument
Als je geen printer tot je beschikking hebt en het stuk printerpapier heeft geen standaardformaat, dan kan het papier toch handig zijn als je het formaat bepaalt. De afmetingen van printerpapier staan vaak op de voorkant van de verpakking. Vergelijk vervolgens het formaat van dat papier met het object dat u meet.
Methode 2 van 2: Meten met je lichaam
Stap 1. Ken uw handlengte en handspanwijdte
Je handen zijn altijd handig. Als u de grootte van uw handpalm en vingers kent, kunt u gemakkelijk kleine voorwerpen van verschillende afmetingen meten.
- Om uw handlengte te bepalen, houdt u uw hand plat alsof u uw hand opheft, en meet dan vanaf de top van uw derde vinger tot de basis van uw handpalm.
- Om je handspanwijdte te vinden, strek je je vingers zo wijd mogelijk en meet je vervolgens van het topje van je duim tot het topje van je pink.
Stap 2. Onthoud je schoenmaat
Dit is handiger voor het meten van langere afstanden, zoals de afmetingen van een kamer. Door online te zoeken naar conversietabellen voor schoenmaat, kunt u uw schoenmaat eenvoudig omrekenen naar inches en centimeters.
Je schoenmaat kan soms ook op de tong zitten, of het binnenste bovenste deel van je schoen
Stap 3. Leer uw armspanwijdte of hoogte
Deze twee metingen moeten ongeveer hetzelfde zijn. Met behulp van die metingen kun je dingen verticaal meten door rechtop te staan, of horizontaal door simpelweg je armen uit te strekken.